Regionaal Programma Cirkelstad (RPC)

Vraag C-creators

In de Metropoolregio Amsterdam (MRA) staan we voor een enorme bouwopgave. Tot 2040 moeten er zo’n 250.000 woningen gebouwd en/of gerenoveerd worden. Dit moet snel, circulair en duurzaam. Mede door deze gestapelde ambities is circulair bouwen echter nog niet de norm.

In het najaar van 2019 is op initiatief van Cirkelstad het nationale programma Samen Versnellen gestart, een samenwerking tussen 6 opdrachtgevende en 6 opdrachtnemende partijen om een nieuwe, gedragen standaard voor circulair bouwen te ontwikkelen: Het Nieuwe Normaal. 

Op 23 januari 2020 is op initiatief van het MRA Bureau, Cirkelstad en C-creators een regionale versie van dit programma van start gegaan, speciaal voor de MRA. Ook dit 3-jarige Regionaal Programma Cirkelstad (RPC) is een samenwerking tussen marktpartijen en overheden op het gebied van circulaire woningbouw. De deelnemers zijn provincie Flevoland en de gemeenten Almere, Haarlem, Amsterdam, Zaanstad, Amstelveen en Haarlemmermeer. Vanuit de markt nemen Van Wijnen, BPD en Dura Vermeer deel.

C-creators is de programmamanager van het traject, verantwoordelijk voor de afstemming tussen Cirkelstad en de deelnemende partijen, de organisatie van intervisiebijeenkosmten en het borgen van kennis uit de evaluaties en sessies. 

Aanpak

Het RPC is een 3-jarig programma met 2 sporen:

1. Projectevaluaties en intervisiesessies

Binnen spoor 1 wisselen deelnemers kennis en ervaring uit in intervisiesessies. Elke deelnemer brengt per jaar 1 project in ter evaluatie. De projectevaluatie wordt gedaan op basis van een door de TU Delft ontwikkelde kennisinfrastructuur. Op deze manier draagt elk project in de regio bij aan een landelijke database van kennis en ervaring: Het Nieuwe Normaal. 

Vanuit het programma organiseren we 4 sessies per jaar, bij voorkeur op locatie van een van de partners. Deze sessies fungeren als een soort intervisie: niet alleen de resultaten van de evaluatie, maar ook andere kennis en ervaring wordt in de eigen regio gedeeld.

2. Kennisontwikkeling en regelgeving

In dit spoor wordt gefocust op kennisontwikkeling, -verspreiding en de benodigde aanpassing van wet- en regelgeving. Dit is ook het spoor waarbinnen innovatie wordt herkend en gedeeld onder de partners. 

Resultaat

Er zijn 7 inhoudelijke bijeenkomsten georganiseerd. Tijdens deze sessies bespraken we de resultaten van een evaluatie, gaf een expert extra toelichting, werden vragen beantwoord en spraken we over de te onderzoeken onderwerpen. Deze sessies waren over het algemeen zeer leerzaam.

Hoewel er zowel financieel als inhoudelijk commitment was, verliep het programma moeizaam. Er werden minder projecten aangedragen dan verwacht en het kostte veel moeite onderwerpen te selecteren voor het onderzoeksspoor. Ook was het doel om aan het einde van de looptijd een voorstel aan partners en andere MRA-overheden voor te leggen voor hoe ze vanaf dat moment met duurzaam bouwen konden omgaan, en wilden we gelijkluidende bouwafspraken maken voor de periode erna. Helaas hebben we dat niet kunnen realiseren. 

We vermoeden dat hier verschillende oorzaken aan ten grondslag lagen:

  • Het Nieuwe Normaal en Samen Versnellen waren nog onbekend.
  • De toegevoegde waarde van het deelnemen aan het programma was onvoldoende duidelijk.
  • Een evaluatie kost behoorlijk wat tijd – zeker voor projectleiders die de evaluatie moeten invullen
  • Deze zelfde projectleiders zijn over het algemeen minder betrokken bij het programma zelf en de bijbehorende kennisuitwisseling en missen daarom motivatie om deel te nemen.
  • Er was gebrek aan tijd bij de deelnemers.
  • Op bestuurlijk niveau is toegezegd aan het traject deel te nemen, maar in de praktijk is hiervoor te weinig tijd beschikbaar gemaakt. 

Geleerde lessen

De lessen die voortkwamen uit de projectevaluaties zijn opgenomen in Het Nieuwe Normaal (Gebouw). Per project bespraken we de belemmeringen en succesfactoren op thema’s Materialen, Energie, Water en Management. 

Daarnaast hebben we inzicht verkregen in het verbeteren van een dergelijk programma. Zo moet er in het begin een betere inhoudelijke basis gelegd worden bij de deelnemers, zodat de rest van het programma daar beter op afgestemd wordt. Ook moet er nagedacht worden over de toegevoegde waarde voor de project- en procesmanagers die de evaluatie invullen: zij kunnen dan eerder en beter betrokken worden. Tot slot blijkt dat er een duidelijke behoefte is aan kennisontwikkeling en -uitwisseling, maar dat hierbij meer sturing vanuit het programma nodig is. 

Meer weten?

fien
Fien
Peters
Projectmanager
fien@c-creators.org

Gerelateerd