Op 7 april organiseerde Flux Partners samen met C-creators een kennissessie over circulair inkopen. Het programma bestond uit presentaties van Hilde Koopmans en Janneke Koppendraaier (FLUX), Valerie Deckers (Gemeente Amsterdam) en Carolien Vlaar (RE:BORN Real Estate). De samenvattingen van hun presentaties kan je hier nalezen.
Janneke Koppendraaier (FLUX)
In deze presentatie werden twee verschillende renovatieprojecten uitgelicht. Allereerst de renovatie van het voormalige rijkskantoor aan de Surinameweg in Haarlem en vervolgens het renovatieproject van een gebouw op de campus van de UvA.
In het eerstgenoemde project was sprake van een uitvraag op basis van een massastudie vanuit het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Veel eisen lagen al vast en het referentieontwerp van RVB was al goedgekeurd door gemeente. Dankzij een dialoog hebben ze het referentieproject toch weten te veranderen waardoor er veel ruimte was voor creativiteit.
In de uitvraag van het renovatieproject van de UvA daarentegen was al veel vastgelegd in bestek, waardoor er niet veel ontwerpmogelijkheden waren. Naar aanleiding van deze twee casussen werd de groep gevraagd mee te denken over de vraag: wat levert in de uitvraag het beste circulaire resultaat op? Uit de discussie die ontstond kwamen een aantal belangrijke factoren:
- Dialoogruimte creëren: Het is van belang dat je in een vroeg stadium alle relevante actoren betrekt bij het project om met elkaar de dialoog aan te gaan over de circulaire mogelijkheden. Tevens is het van belang om in deze dialoog te kijken naar het einde van de levensfase. Betrek de sloper, ofwel de oogster, dus ook al vroeg bij het traject om de circulaire mogelijkheden, die ontstaan aan het einde van de levensloop, in kaart te brengen.
- Aanbieders uitdagen: Voor innovatieve en creatieve circulaire oplossingen is het van belang dat de uitvragende partij de aanbieders uitdaagt om de circulaire lat hoog te leggen. Het is daarbij wel van belang dat alle aanbieders worden gecompenseerd voor de tijd en energie die ze steken in het ontwikkelen van hun duurzame concept.
- Uitvraag: het is belangrijk hoe circulariteit wordt uitgevraagd. Er is geen stimulans om circulair te bouwen als er in de uitvraag geen ambitie wordt uitgesproken en als het minimaal gewaardeerd wordt.
- Meetbaarheid: Om duurzame ontwerp- en aanbesteding keuzes te maken moeten partijen inzicht hebben in de mate van circulariteit van een ontwerp of materiaal. Het is dus nodig circulariteit meetbaar te maken in de uitvraag. Kwantificeren is in sommige gevallen echter lastig, vaak mist er data. Daarnaast zitten er hiaten in de rekenmethodiek van MAT 8 voor wonen en MPG voor hout/biobased waardoor de voordelen van circulair/biobased bouwen niet altijd blijken uit de beschikbare data. Het is daarom raadzaam om ook een kwalitatief component mee te nemen in het meten van circulariteit.
Bekijk de presentaties van Hilde Koopmans en Janneke Koppendraaier
Valerie Deckers (Gemeente Amsterdam)
De gemeente Amsterdam stuurt op circulair bouwen aan de hand van tenders. Terwijl in standaard tenders 30% (10-12% voor energie en 18-20% voor circulaire materialen en adaptiviteit) van de punten behaald kan worden op het thema duurzaamheid, bestond de tender voor de Koffiefabriek Overamstel voor 40% uit circulair en 20% uit energie. De gemeente Amsterdam heeft voor de Koffiefabriek, binnen het thema duurzaamheid, de volgende kwalitatieve/kwantitatieve selectiecriteria gehanteerd:
- Duurzaam energiesysteem, BENG score (20%)
- Grondstoffen en materialen, MPG en % hergebruikt en % biobased (20%)
- Aanpasbaarheid en flexibiliteit, MAT8 + toelichting (20%)
Door uit te vragen op kwantitatieve scores en een kwalitatieve toelichting ontstond er voor de gemeente de ruimte om partijen te belonen voor een oplossing die beter was uit te leggen in kwalitatieve zin. Zo ondervangt de kwalitatieve toelichting de hiaten in de rekenmethodiek van MAT 8 voor wonen en MPG voor hout/biobased. De winnende partij, Lister Buildings, stelde voor zelf ook verantwoordelijk te zijn voor beheer van het pand. Valerie sloot haar presentatie af met een leerpunt waar in de toekomst rekening mee gehouden moet worden. Voor een constructie van houtbouw heb je meer materiaal nodig, dat heeft invloed op de vloerdikte, en daardoor ook invloed op verdiepingshoogtes. Dit strookt niet met maximale maten uit het bestemmingsplan van de gemeente. Voor de Koffiefabriek, die grotendeels ontworpen is met een houten constructie, hebben ze dit probleem moeten ondervangen door een betonlaag toe te voegen aan de vloer. Na deze aanpassing is de MPG opnieuw uitgerekend, en bleek Lister Buildings alsnog de laagste MPG te hebben behaald.
Carolien Vlaar (RE:BORN)
De Satelliet, de ronde toren van het kantoorgebouw van De Nederlandsche Bank, krijgt een tweede leven op een andere plek in Amsterdam. De toren is ongeveer 30 jaar geleden modulair gebouwd en dat maakt het nu makkelijker om het gebouw te oogsten en weer op te bouwen. Het uitgangspunt van RE:BORN is dat remontage goedkoper is dan nieuwbouw. Door te kiezen voor ontmanteling in plaats van sloop, wordt er een aanzienlijke CO2-uitstoot bespaard. Er hoeven immers geen nieuwe materialen gedolven en geproduceerd te worden. De materialen zijn vervolgens per elektrische boot naar een opslaglocatie in Zaandam gebracht, waar ze worden klaargemaakt voor hergebruik. De ambitie is om zo lokaal mogelijk te hergebruiken. De Satelliet laat zien dat we als nu kiezen voor modulair bouwen, we daar in de toekomst van profiteren.